Er zijn verschillende soorten ganzen. De meest voorkomende is de grauwe gans. Deze verblijft winter en zomer in Nederland. Andere veel voorkomende soorten zijn de brandgans en de kolgans, veelal wintergasten, maar de brandgans voelt zich ook al het heel jaar rond hier op zijn gemak. Dan zijn er nog de verwilderde parkganzen als de Canadese en de Nijlgans.
Bij het slachten van de ganzen kijken we naar het soort en de leeftijd van de gans. Zodat we de geslachte delen inzetten voor de juiste producten.
Het borstvlees is uitermate geschikt om te roken en/of om te verwerken in worst, gehakt, hamburger, saucijs en ganzenshoarma (borstpoulet met shoarmakruiden).
Worst als metworst (gerookt en gekookt) en grillworst zijn heerlijk op brood of bij de borrel. Rookworst kan warm op brood of bij de stamppot (10 minuten wellen in heet water). Hamburgers en saucijzen van ganzenborst en wild zwijn kunnen lekker gebakken worden in de pan of op de barbeque. Gehaktballen van ganzenborst en wildzwijn zijn al gaar en kunnen verwarmt worden in de jus, oven of op het tostirooster. Ganzenshoarma -ganzenborstpoulet gekruid met shoarma kruiden- bak je net als ‘gewone’ shoarma: even kort roerbakken in de koekenpan.
Borstvlees van jonge grauwe gans, brand en kolgans is lekker zacht en te bakken als biefstuk. Het kan ook op een spies voor de barbeque geregen worden.
Ganzepootjes zijn heerlijk om te stoven, gewoon 6 uur lang laten pruttelen op klein vuur.
De gerookte ganzenborsten zijn niet te versmaden, we roken ze heet en snel, zodat de buitenkant bruin en gaar is maar binnen de borst mals en sappig blijft. Deze borst flinterdun snijden en dan is deze heerlijk bij de borrel, in salade of zelfs als ganzencarpaccio met wat olijfolie en grove kruidenmix.